Ik loop in het park en zie een jongen lopen, hij kijkt vrolijk om zich heen. Bij hem is een meisje dat zichtbaar geniet van de natuur, ze lacht en straalt duidelijk. Ze zijn gezellig aan het kletsen en het ziet eruit als een vrolijk en blij tafereeltje, het zal wel een jong stelletje zijn. Het meisje zit in een rolstoel, een gevoel van medelijden overvalt mij. Wat ontzettend zielig is het toch dat het meisje al zo jong in een rolstoel zit, wat zal ze hebben en hoe wat is haar toekomstperspectief? Ik word mij ervan bewust dat ik naar ze staar. Nog steeds betrap ik mij er geregeld op dat ik medelijden heb met iemand die ik zie, een jong persoon of kindje die gehandicapt is, iemand die blind is, iemand die een ledemaat mist, iemand die kanker heeft. Stuk voor stuk mensen met een ziekte en handicap. Een oudere in een rolstoel of met een rollator of iemand die nog jong is in een rolstoel of met rollator schijnt toch anders te zijn. Iedereen kent dit wel en de meeste mensen hebben dan, net als ik, medelijden met diegene. Tegenwoordig denk ik er heel anders over omdat ik dat meisje in die rolstoel ben geworden. Ik geniet ook zichtbaar van de natuur en als we een wandelingetje maken straal ik ook, tenzij ik weer in slaap ben gevallen. Na veel protest en een wenperiode heb ik de rolstoel omarmd want het is een middel geworden waarmee ik een doel bereik maar dat hoort bij een ander verhaaltje. Ik ben dat meisje geworden waar mensen dus medelijden mee hebben. Soms horen we mensen weleens denken of zelfs praten. Een tijdje geleden zijn we naar een kledingwinkel geweest, aan het eind van een doordeweekse dag want dan is het vaak niet meer druk. We hadden de rollator meegenomen aangezien die prima als ‘rolstoel’ gebruikt kan worden, scheelt een hoop gesjouw. In de winkel liep ik en tot 4 keer toe werd mij, door dezelfde winkelmedewerkster, gevraagd of ze mij kon helpen en ook probeerde ze steeds een praatje aan te knopen. Natuurlijk hartstikke attent maar als ik zonder rollator had gelopen, had ze het niet zo vaak gevraagd. Afgelopen zondag gingen we even wandelen. Echt iedereen die we tegen kwamen groette ons, dat was minder geweest als we gewoon samen hadden gelopen. Immers ben je daar, denk ik, niet mee bezig als je druk in de weer bent of aan het hardlopen. Zo werden we ook maandag in het ziekenhuis bij de rij voor de aanmeldbalie voor gelaten omdat ik steeds in slaap viel, uiteindelijk maakte het niet eens uit. Stuk voor stuk hele aardige en attente dingen maar zonder rolstoel of rollator waren die dingen waarschijnlijk niet gebeurt.
Een tijdje geleden vertelde een vriendin dat er in haar appartement een blinde jonge man kwam wonen en dat ze het erg zielig vond dat hij blind was. Ik aarzelde even maar toen zei ik tegen haar ‘’Nee, dat vind ik niet zielig’’. Ze keek mij vragend aan en ik ging verder ‘’ik vind het niet zielig want ik weet zeker dat die jongen zichzelf niet zielig vind en het vervelend vind dat mensen medelijden met hem hebben’’. Ze keek mij begrijpend aan en knikte. Vooral in het begin werd ik verdrietig en wilde ik in dat soort situaties er eigenlijk iets van zeggen. Tegenwoordig kan ik er beter mee om gaan. Net als ik wil iemand met een beperking waarschijnlijk helemaal niet zielig gevonden worden. Ik probeer om met een blik van medeleven naar iemand te kijken in plaats van met een blik van medelijden. Ik ben nog steeds Kim, ziek maar nog steeds en vooral Kim. Ik ben niet zielig en je hoeft geen medelijden met mij te hebben maar je mag gerust met mij/ons meeleven! Liefs & xxxx
0 Comments
Leave a Reply. |
Begin 20 en ineens viel mijn leven ineen, diagnose ME/CVS en later ook de diagnose Fibromyalgie. Maar daarbij bleef het niet... Elke dag voer ik de strijd tegen en met mijn lichaam en probeer ik er het beste uit te halen. En dan... Archieven
Mei 2024
Categorieën |